In de nieuwsbrief van december 2023 hebben wij geschreven dat het kabinet de regelgeving omtrent het concurrentiebeding wil aanscherpen en hervormen.
Er is een nieuw wetsvoorstel ingediend tot wijziging van het concurrentiebeding. Het concurrentiebeding wordt aangescherpt om bedrijven in staat te stellen hun concurrentiegevoelige belangen beter te beschermen, terwijl tegelijkertijd wordt voorkomen dat het concurrentiebeding onnodig wordt ingezet. Uit de toelichting bij het wetsvoorstel blijkt dat de nieuwe regels ook gelden voor een relatiebeding.
Het gewenste effect van het wetsvoorstel
- Verminderen van het gebruik van onnodige concurrentiebedingen, zodat de vrije arbeidskeuze, arbeidsmobiliteit en optimale arbeidsallocatie worden bevorderd;
- In balans brengen van de belangen tussen werkgevers en werknemers;
- Het bieden van meer rechtszekerheid;
- Het in stand houden van de mogelijkheid om de bedrijfsbelangen van de werknemer te beschermen.
De wijzigingen in het wetsvoorstel
- Een concurrentiebeding mag maar voor maximaal twaalf maanden worden afgesproken;
- In het concurrentiebeding moet het geografisch bereik worden opgenomen, gespecificeerd én gemotiveerd;
- Het moet duidelijk maken welke zwaarwegende bedrijfsbelangen het beding rechtvaardigen voor alle contracten, dus ook bij arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd;
- Als de werkgever een beroep op het beding doet, moet hij de werknemer een vergoeding te betalen.
Beroepen op het beding
Een werkgever kan zich alleen op een beding beroepen door schriftelijk en tijdig aan de werknemer mee te delen dat, en voor welke periode na het einde van de overeenkomst, het beding van toepassing is.
Tijdig is uiterlijk een maand voor het einde van de arbeidsovereenkomst, maar in geval van opzegging door de werkgever, uiterlijk op de datum van opzegging. Bij opzegging op grond van een dringende reden, dient de melding binnen twee weken na de opzegging te worden gedaan. Bij ontbinding door de kantonrechter, geldt ook een termijn van twee weken na de uitspraak.
De verplichte vergoeding
De werkgever moet de werknemer een vergoeding betalen voor elke maand dat het concurrentiebeding van kracht is. Deze vergoeding bedraagt minimaal de helft van het maandloon, of een hoger bedrag als dat is afgesproken. De betaling moet plaatsvinden op de laatste dag van de arbeidsovereenkomst of, afhankelijk van de soort opzegging, uiterlijk 15 dagen na de opzegging. Als de werkgever deze termijn overschrijdt, blijft de vergoeding verschuldigd, maar vervalt het concurrentiebeding.