Een werknemer met een tijdelijk contract mocht erop vertrouwen dat zijn arbeidsovereenkomst verlengd zou worden, ondanks dat de werkgever onverwachts het contract beëindigde. De rechter oordeelde dat de werknemer recht heeft op een gefixeerde schadevergoeding en een billijke vergoeding van € 75.000, omdat de verlenging mondeling werd bevestigd tijdens een evaluatiegesprek.
Werknemer krijgt gelijk: contract verlengd ondanks ontslag
Een werknemer, werkzaam als Chief Operations Officer (COO), sloot een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd af met een looptijd van één jaar, startend op 1 februari 2023. In het contract stond duidelijk vermeld dat er na negen maanden een evaluatie zou plaatsvinden, op basis waarvan een beslissing over verlenging zou worden genomen.
Op 25 oktober 2023 vond er een gesprek plaats tussen de werknemer en de CEO, gevolgd door een evaluatiegesprek op 21 november 2023. In dit gesprek kreeg de werknemer een positieve beoordeling en de CEO gaf aan dat er ruimte was voor de werknemer om de functies van COO en CEO te combineren, zeker in de kleine organisatie waarin zij werkten.
Tot grote verrassing van de werknemer ontving hij op 24 januari 2024 het bericht dat zijn arbeidsovereenkomst niet werd verlengd en per 1 februari 2024 zou eindigen. De werknemer was het hier niet mee eens en stelde dat tijdens het evaluatiegesprek mondeling was afgesproken dat zijn contract verlengd zou worden tot 1 februari 2025, in lijn met de afspraak in de arbeidsovereenkomst.
De rechter gaf de werknemer gelijk. De rechter oordeelde dat de werknemer erop mocht vertrouwen dat de arbeidsovereenkomst zou worden verlengd op basis van de positieve evaluatie en de uitlatingen van de CEO. De rechter vond het niet relevant dat er geen formele overeenstemming was bereikt over nieuwe arbeidsvoorwaarden; de arbeidsovereenkomst werd geacht te zijn voortgezet onder dezelfde voorwaarden als voorheen.
Een cruciaal element in de zaak was de geluidsopname van het gesprek op 24 januari, waarin de werknemer duidelijk kon aantonen dat hij niet op de hoogte was van een naderend ontslag en dat hij rechtmatig op de verlenging vertrouwde.
Uiteindelijk kende de rechter de werknemer een gefixeerde schadevergoeding toe van € 2.752,26 en een billijke vergoeding van € 75.000 vanwege de onrechtmatige beëindiging van zijn contract. De uitspraak onderstreept het belang van heldere communicatie en bevestiging van afspraken tussen werkgever en werknemer, vooral wanneer het gaat om contractverlengingen.
Bron: Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 27 juni 2024, ECLI:NL:GHSHE:2024:2096.