De zomervakantie van veel medewerkers zit er weer op! En waarbij de één de volgende vakantie al in de agenda heeft omcirkeld, heeft de ander soms nog een overload aan vakantiedagen staan. Goed om daar als werkgever alert op te zijn. Vakantiedagen mogen namelijk niet eindeloos blijven staan en worden opgespaard. En dat is niet voor niets, iedereen heeft op zijn tijd even een break nodig. Maar hoe zit het precies en wat is ook alweer het verschil tussen wettelijke en bovenwettelijke dagen? Karin legt het uit in deze blog.
Allereerst, waar heeft een werknemer wettelijk recht op qua vakantiedagen?
In het Nederlandse Burgerlijk Wetboek is een minimum aantal vakantiedagen per jaar verplicht gesteld. Wettelijk komt dit neer op minimaal vier keer het aantal werkdagen per week aan vakantiedagen per jaar. Dat betekent dat een werknemer met een fulltime baan (vijf dagen per week), recht heeft op 20 vakantiedagen. Dit aantal noemen we het wettelijke verlof. Er zijn veel werkgevers die in de arbeidsovereenkomst of conform de CAO een hoger aantal vakantiedagen afspreken. Dit noemen we de bovenwettelijke vakantiedagen.
Vervallen vakantiedagen na een bepaalde periode?
Ja, vakantiedagen vervallen na verloop van tijd. Dit is wettelijk bepaald, zodat medewerkers gestimuleerd worden om vakantie op te nemen. Er wordt een verschil gemaakt tussen wettelijke en bovenwettelijke vakantiedagen:
Wettelijke dagen
De wettelijke dagen vervallen een half jaar na het kalenderjaar waarin ze zijn opgebouwd. Oftewel, de vakantiedagen van 2024, vervallen op 1 juli 2025. Wil je als werkgever daar iets anders over afspreken, dan moet dit schriftelijk worden vastgelegd of in de CAO beschreven zijn. Indien een werknemer redelijkerwijs niet in staat is geweest om tijdig de vakantiedagen op te nemen, kan de termijn worden verlengd. Dit moet dan wel door de werknemer worden onderbouwd. Te denken valt aan ziekte of arbeidsongeschiktheid. Zit je met deze situatie, dan is het altijd raadzaam om dit arbeidsrechtelijk te checken, want het is niet per definitie zo dat arbeidsongeschiktheid of ziekte een geldige reden is om de vervaldatum aan te passen.
Bovenwettelijke dagen
De bovenwettelijke vakantiedagen ‘verjaren’ volgens de wetgeving. De standaard termijn hiervoor is vijf jaar na het kalenderjaar van de opbouw van vakantiedagen. Oftewel, alle bovenwettelijke vakantiedagen in 2024, vervallen op 31 december 2029. We spreken hier niet over een vervaltermijn, omdat een werknemer de verjaringstermijn kan verlengen door middel van een schriftelijke verklaring. Hierin moet staan dat hij zijn recht op bovenwettelijke vakantiedagen wil behouden. Er volgt dan een nieuwe verjaringstermijn van vijf jaar vanaf het moment van de verklaring.
Welke dagen vervallen eerst in de verlofadministratie
De regel hiervoor is simpel, de dagen die als eerste komen te vervallen, worden als eerst opgenomen. Het is verstandig om in de verlofadministratie dan ook een verschil te maken tussen de wettelijke en bovenwettelijke vakantiedagen, inclusief de vervaldata. Zo zie je heel eenvoudig de actuele situatie en voorkom je fouten.
Vragen over vakantiedagen?
Heb je een vraag over vakantiedagen of een specifieke regeling binnen dit thema? Neem gerust contact met ons op. We helpen je graag.