De Hoge Raad heeft op 21 februari 2025 een principiële uitspraak gedaan: werknemers mogen niet benadeeld worden als hun zwangerschaps- of bevallingsverlof samenvalt met vakantiedagen of andere vrije dagen. Deze uitspraak is belangrijk omdat het een einde maakt aan ongelijkheid in cao-afspraken en de bescherming van zwangere werknemers versterkt.
Lees verder om te ontdekken wat de rechter precies oordeelde en waarom dit voor werkgevers én werknemers zoveel impact heeft.
Hoge Raad bevestigt recht op compensatie bij samenloop verlof en vrije dagen
Op 21 februari 2025 heeft de Hoge Raad antwoord gegeven op prejudiciële vragen over de cao-MBO (ECLI:NL:HR:2025:320). De kern van het oordeel: als vrije dagen (zoals ‘overige dagen’ in de cao-MBO) samenvallen met zwangerschaps- of bevallingsverlof, moet de werkgever hiervoor compensatie bieden. Doet hij dat niet, dan is sprake van verboden onderscheid op grond van geslacht.
De Rechtbank Rotterdam paste dit oordeel op 6 juni 2025 toe (ECLI:NL:RBROT:2025:6865) en kende een werkneemster extra verlofaanspraken toe.
Feiten van de zaak
De werkneemster was sinds 2018 in dienst bij een MBO-instelling. Volgens artikel 8.1 van de cao-MBO hebben werknemers recht op 30 vakantiedagen per jaar. Daarnaast bestaan er nog zo’n 30 zogenoemde “overige dagen”, die grotendeels samenvallen met schoolvakanties en waarop werknemers geen verplichtingen hebben.
Tijdens haar zwangerschaps- en bevallingsverlof in 2022 vielen 13 van deze overige dagen samen met haar verlofperiode. De werkneemster vroeg om compensatie voor deze dagen.
Verzoek en verweer
De werkneemster eiste dat de 13 dagen alsnog als verlofaanspraak zouden worden toegekend.
De werkgever voerde aan dat deze dagen buiten de arbeidsovereenkomst vielen en daarom niet gecompenseerd hoefden te worden. Op eerdere momenten had de werkgever echter zelf gesteld dat een jaar uit 260 dagen bestond (200 werkdagen, 30 vakantiedagen en 30 overige dagen), waardoor dit verweer niet overtuigde.
Oordeel Hoge Raad
De Hoge Raad oordeelde dat de cao-bepaling in strijd is met:
- art. 7:646 lid 1 BW (verbod op onderscheid tussen mannen en vrouwen in arbeidsvoorwaarden) en
- art. 5 lid 1 sub e Awgb (gelijke behandeling van mannen en vrouwen bij arbeidsvoorwaarden).
Of de overige dagen nu wel of niet formeel als vakantiedagen gelden, maakt volgens de Hoge Raad geen verschil. Ze hebben hetzelfde karakter als vakantie en moeten daarom ook zo behandeld worden. Het weigeren van compensatie betekent dat vrouwelijke werknemers (vanwege zwangerschap) benadeeld worden.
Beslissing kantonrechter
De kantonrechter sloot zich bij de Hoge Raad aan en:
- Verklaarde dat artikel 8.1 lid 10 cao-MBO in strijd is met dwingend recht.
- Oordeelde dat ook de ‘overige dagen’ meetellen voor compensatie.
- Wijsde de vordering van de werkneemster toe: zij kreeg verlofaanspraken over de 13 gemiste dagen.
Betekenis voor de praktijk
Deze uitspraak is belangrijk omdat:
- Werkgevers hun cao- en HR-regelingen moeten toetsen op mogelijke strijdigheid met het gelijkebehandelingsrecht.
- Werknemers sterker staan in het claimen van compensatie bij samenloop van zwangerschaps-/bevallingsverlof en andere vrije dagen.
- Cao-partijen cao-bepalingen moeten aanpassen om gelijke behandeling te waarborgen.
Rechtbank Rotterdam 6 juni 2025, ECLI:NL:RBROT:2025:6865.