Op 19 mei 2025 is het wetsvoorstel Meer zekerheid flexwerkers ingediend bij de Tweede Kamer. Het voorstel moet flexibele arbeid eerlijker en stabieler maken.
Wetsvoorstel ingediend: vaste basis voor flexwerkers vanaf 2027
Het kabinet wil de positie van flexwerkers versterken en onzekerheden op de arbeidsmarkt terugdringen. Op 19 mei 2025 is daarom het wetsvoorstel Meer zekerheid flexwerkers ingediend bij de Tweede Kamer. Het voorstel maakt onderdeel uit van een breder arbeidsmarktpakket en bevat belangrijke wijzigingen voor uitzendkrachten, oproepkrachten en tijdelijke contracten.
Strengere regels voor uitzendwerk
Uitzendkrachten krijgen recht op gelijke arbeidsvoorwaarden als reguliere werknemers bij de inlener. Daarnaast worden de meest onzekere uitzendfasen verkort:
- Fase A gaat van 78 naar 52 weken;
- Fase B wordt verkort van 6 contracten in 4 jaar naar 6 contracten in 2 jaar.
Deze maatregelen zijn bedoeld om misbruik via lange uitzendtrajecten en kwetsbare arbeidsconstructies (bijvoorbeeld bij arbeidsmigranten) te voorkomen.
Aanpak van draaideurconstructies
Het wetsvoorstel maakt ook een einde aan zogeheten draaideurconstructies, waarbij werknemers via een korte onderbreking telkens opnieuw op tijdelijke basis in dienst komen. In de huidige wet geldt een onderbrekingstermijn van 6 maanden; dit wordt verlengd naar 5 jaar. Alleen in beperkte mate mogen cao’s hiervan afwijken.
Het uitgangspunt is: tijdelijke contracten voor tijdelijk werk, vaste contracten voor structurele functies.
Vervanging oproepcontracten door bandbreedtecontracten
Nulurencontracten worden afgeschaft. Daarvoor in de plaats komt het bandbreedtecontract, waarin een minimum- en maximumaantal uren wordt afgesproken (met maximaal 130% verschil).
Voorbeeld: bij een contract met 10 uur per week mag het maximum 13 uur zijn. Oproepen boven dat maximum mogen worden geweigerd. Wordt structureel meer gewerkt, dan moet de werkgever een nieuw contract met een hoger aantal uren aanbieden.
Voor studenten, scholieren en jongeren met een bijbaan blijft een oproepcontract wel mogelijk.
Inwerkingtreding
De wet treedt naar verwachting op 1 januari 2027 in werking, mits beide Kamers instemmen. De regel over gelijke beloning voor uitzendkrachten kan al eerder ingaan: op 1 januari 2026.
Achtergrond: hervorming van de arbeidsmarkt
Dit wetsvoorstel maakt deel uit van een bredere modernisering van de arbeidsmarkt. De voorstellen zijn gebaseerd op het rapport van de commissie-Borstlap (2020) en het SER-advies (2021), en vloeien voort uit de arbeidsmarktafspraken die het kabinet in 2023 met werkgevers- en werknemersorganisaties heeft gemaakt.
Het doel: meer zekerheid voor werkenden, zonder de flexibiliteit voor werkgevers volledig te verliezen.